info@scopin.com

Improvements are where you find them

Barcodes Overzicht

Barcodes

Het ontstaan van de barcode is gekoppeld aan een combinatie van factoren: er stond in 1948 een Amerikaanse student te luisteren toen een fabrikant van voedingsmiddelen vroeg om onderzoek naar het automatisch herkennen van producten aan de kassa. De student had gehoord van Morse signalen en van de techniek om bij het wisselen van films het geluidspoor te synchroniseren.

Deze student, Bernard Silver, legde het probleem voor aan zijn leraar Norman J. Woodland. Beide werkten aan een patent en vertaalden de punten en lijntjes naar de dikke en dunne balkjes (the Bars) van de huidige barcodes.

De streepjescode of barcode dankt haar succes aan haar eenvoud. Een lichtbron straalt licht naar de barcode, deze weerkaatst het licht en het patroon van licht-en-donker wordt door een optisch element opgevangen en omgezet naar een digitaal signaal. Een barcode bestaat uit brede en smalle strepen en brede en smalle witruimtes daartussen en is opgebouwd volgens een bepaald patroon, ook wel symbologie genoemd. Er zijn meerdere tientallen symbologien in gebruik. Sommigen kunnen alleen cijfers weergeven, anderen nagenoeg alle tekens en leestekens. In relatie tot computerprinters zijn barcodes niet meer dan een lettertype, of font, waarin de te printen tekst wordt afgedrukt. De meest gangbare barcode “fonts” zijn code 39, code 128, interleaved 2-of-5 en de EAN-13/GTIN-13 code.

  • Code 39 is binair en werkt alleen met dikke en dunne “bars” en “gaps”
  • Code 128 werkt met 4 diktes voor de bar en de gap en kan dus met minder streepjes meer informatie bevatten.
  • Interleaved 2-of-5 code is een soort dubbelgevouwen code met de bedoeling minder ruimte in te nemen. Hierdoor kunnen alleen cijfers in even aantallen worden weergegeven.
  • De EAN code (European Article Number) die nu GTIN heet (Global Trade Item Number) is een wereldwijd uniek nummer. Dit nummer wordt door uitgegeven door de wereldwijde organisatie GS1 (www.gs1.nl).
  • EAN-128 / GS1-128 is een wijze van coderen volgens het Code-128 font maar waarbij gebruik wordt gemaakt van “application identifiers” (AI) teneinde meer informatie in een barcode te kunnen opnemen. Deze AI is een cijfer en specificeert de betekenis van de opvolgende informatie. De code na Application Identifier “01” is het GTIN nummer, na “10” volgt het batchnummer.

Sinds enige jaren, maar pas sinds 1 januari 2010 verplicht scanbaar in supermarkten, is er de Databar als uitbreiding op de GTIN standaard. De Databar is een barcode symbologie die nog minder ruimte inneemt dan een GS1-128 codering en waarin ook gebruik wordt gemaakt van de Application Identifiers.

Speciale aandacht is er in de logistiek voor de Datamatrix ofwel tweedimensionale (2D) barcode. Een 2D barcode is opgebouwd uit punten of vierkantjes in horizontale en verticale richting in een zodanig patroon dat zelfs een beschadigde code nog kan worden gelezen.

De Datamatrix kan relatief veel informatie bevatten waardoor het een uitermate geschikt medium is voor lange coderingen. In de wereld van unieke item identificatie, zoals in de farmaceutische industrie, in de automotive (Direct Part Marking) maar zeker in defensie-omgeving is de Datamatrix naast RFID de technologie bij uitstek.

Wilt u meer weten? Aarzel niet en bel of mail!